ECLI:NL:CRVB:2017:3851
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ZW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting en niet-gemelde werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die een Ziektewet (ZW) uitkering ontving, had zijn uitkering van 2 januari 2014 tot en met 23 oktober 2014 ontvangen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat de appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting door niet gemelde werkzaamheden. Dit leidde tot de herziening van zijn uitkering en de terugvordering van een bedrag van € 11.429,07. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat hij ziek was en geen werkzaamheden had verricht, maar de Raad oordeelde dat hij zijn inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad bevestigde dat het Uwv terecht de uitkering had herzien en het bedrag had teruggevorderd. De Raad oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien en dat de appellant geen gronden had aangevoerd tegen de hoogte van de terugvordering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.