Uitspraak
mr. M.J. van Steenwijk verschenen. Namens betrokkene is mr. Wiebes verschenen.
OVERWEGINGEN
8 oktober 2012 heeft appellant die uitkering met ingang van 21 augustus 2012 blijvend geheel geweigerd omdat betrokkene verwijtbaar werkloos is geworden. Betrokkene heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Intussen was hij in overleg getreden met zijn ex-werkgever hetgeen ertoe heeft geleid dat partijen in januari 2013 een vaststellingsovereenkomst hebben getekend waarbij het dienstverband is beëindigd per 21 augustus 2012 en waarbij aan betrokkene salaris is betaald tot en met 30 september 2012.
21 augustus 2013 telefonisch en op 29 oktober 2013 schriftelijk contact gezocht met appellant met vragen over (de gevolgen van) zijn activiteiten als zelfstandige. Van die activiteiten heeft hij ook melding gemaakt op de zogenoemde inkomstenformulieren en in verband met die vermeldingen is zijn WW-uitkering vanaf november 2013 verlaagd. Per 24 februari 2014 is de WW-uitkering volledig beëindigd na een melding van betrokkene dat hij met ingang van die datum volledig aan het werk was.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.