ECLI:NL:CRVB:2017:3710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- H. Lagas
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van reorganisatieontslag en herplaatsingsmogelijkheden van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep tegen het bestreden besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht ongegrond werd verklaard. Appellante, die sinds 1990 bij de provincie Utrecht werkzaam was, werd in het kader van een reorganisatie per 1 november 2013 aangemerkt als herplaatsingskandidaat. Het college heeft haar op 3 november 2015 reorganisatieontslag verleend, omdat het niet mogelijk was om haar te herplaatsen in een passende functie. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard, onder verwijzing naar de onvoldoende herplaatsingsinspanningen en de geschiktheid van appellante voor andere functies.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht heeft gesteld dat herplaatsing niet mogelijk was. De Raad heeft overwogen dat het college de sollicitaties van appellante naar andere functies op een zorgvuldige manier heeft beoordeeld en dat appellante niet voldeed aan de vereisten voor de functies waarvoor zij solliciteerde. De Raad heeft de criteria van het mobiliteitsbeleid van de provincie Utrecht in acht genomen, waarbij een match van 70% en ontwikkelbaarheid naar 100% binnen een jaar als uitgangspunt werden gehanteerd. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet over de benodigde kennis en ervaring beschikte voor de functies van medewerker [functie C] en medewerker [functie D].
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het college bevoegd was om appellante eervol ontslag te verlenen, omdat het niet mogelijk was om haar te herplaatsen in een passende functie. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.