ECLI:NL:CRVB:2017:3647
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm bij bijstandsverlening aan een alleenstaande moeder met een inwonende gehandicapte zoon
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, een alleenstaande moeder, ontvangt sinds 22 februari 2012 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Haar meerderjarige zoon, die een Wajong-uitkering ontvangt, woont bij haar in. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft de bijstandsverlening aan appellante vastgesteld op € 686,31 per maand, waarbij de kostendelersnorm van toepassing is. Appellante is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld, stellende dat haar situatie bijzondere omstandigheden met zich meebrengt die een hogere bijstandsverlening rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat de kostendelersnorm dwingend is en dat er geen ruimte is voor afwijkingen in de situatie van appellante. De Raad heeft de gronden van appellante in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat deze gronden een herhaling zijn van wat eerder in beroep is aangevoerd. De Raad heeft zich volledig kunnen vinden in het oordeel van de rechtbank en heeft bevestigd dat de kostendelersnorm correct is toegepast. De Raad heeft ook opgemerkt dat de situatie van appellante en haar zoon niet als een zeer bijzondere situatie kan worden aangemerkt, waardoor er geen aanleiding is om van de kostendelersnorm af te wijken.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.