ECLI:NL:CRVB:2017:364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvragen wegens onvoldoende financiële duidelijkheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam. De appellant had aanvragen om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar deze aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De appellant had in totaal drie aanvragen ingediend, maar in alle gevallen was er onduidelijkheid over zijn financiële situatie, met name door stortingen op zijn bankrekening die niet adequaat waren verklaard.
De rechtbank had de beroepen van de appellant tegen de afwijzingen ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij voldoende informatie had verstrekt over zijn financiële situatie, maar de Raad oordeelde dat de appellant niet consistent had verklaard over de leningen die hij had ontvangen en dat hij niet had aangetoond dat deze leningen daadwerkelijk voor levensonderhoud waren bedoeld. De Raad benadrukte dat het op de appellant rustte om duidelijkheid te verschaffen over zijn financiële situatie, wat hij niet had gedaan. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de aanvragen om bijstand terecht waren afgewezen. De Raad concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, wat leidde tot de bevestiging van de eerdere uitspraken.