Uitspraak
mr. C. Roele.
OVERWEGINGEN
6 maart 2014 vastgesteld dat appellante per 13 maart 2014 geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Zij is op 2 april 2014 gezien door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Zoals blijkt uit zijn rapport van 29 april 2014 heeft deze arts aanleiding gezien de FML op een aantal punten aan te passen. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft, zoals te lezen is in zijn rapport van 30 april 2014, vastgesteld dat appellante, op basis van de op 29 april 2014 aangepaste FML, geschikt is voor drie van de in 2009 geselecteerde functies. Het bezwaar van appellante tegen het besluit van 6 maart 2014 heeft het Uwv bij besluit van 1 mei 2014 (bestreden besluit 1) ongegrond verklaard. Appellante heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
13 maart 2014 en 10 juni 2014 niet arbeidsongeschikt is voor haar arbeid, voldoende heeft gemotiveerd.
18 mei 2016 ingediend waarin deze arts reageert op de in hoger beroep aangevoerde gronden. Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.
10 juni 2014 juist heeft vastgesteld.
18 april 2014 en 29 augustus 2014 ingediend. In hoger beroep heeft appellante verwezen naar de door haar in beroep ingediende rapporten van de behandelend psychiater en de in bezwaar ingediende informatie van onder meer de behandelend psychiater en Stichting Artsenlaboratorium en Trombosedienst waaruit blijkt dat bij appellante op 2 juli 2014 een zeer lage vitamine D-waarde is vastgesteld. De ingebrachte informatie is door de verzekeringsartsen in de rapporten van 29 april 2014, 4 juni 2014, 29 juli 2014, 11 juni 2015 en 18 mei 2015 vermeld en besproken. Uit het arrest volgt niet dat de rechter gehouden zou zijn in een situatie als thans aan de orde, waarin de verzekeringsartsen inzichtelijk de informatie van de behandelend artsen hebben besproken, zodat deze door de rechter kan worden getoetst, een medisch deskundige te benoemen. Van een schending van equality of arms is dan ook geen sprake, zodat geen aanleiding bestaat tot benoeming van een deskundige.
18 mei 2016 afdoende en inzichtelijk gemotiveerd dat de lage vitamine D-spiegel weliswaar mede oorzaak kan zijn van appellantes vermoeidheidsklachten naast de psychische klachten en slaapproblematiek en dat daarmee in de FML van 29 april 2014 in voldoende mate rekening is gehouden.
BESLISSING
E.W. Akkerman als leden, in tegenwoordigheid van R.H. Budde als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 september 2017.