Uitspraak
OVERWEGINGEN
7 februari 2012 en informatie van ondersteuning die appellante van de Stichting Mee en van Humanitas DMH had ontvangen. De verzekeringsarts heeft de eerste arbeidsongeschiktheidsdag vastgesteld op de zeventien-/achttienjarige leeftijd en beperkingen aangenomen in het persoonlijk en sociaal functioneren. Deze zijn vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 1 juli 2013. Aansluitend heeft de arbeidsdeskundige functies geselecteerd op grond waarvan appellante in staat is geacht ten minste 75% van het wettelijk minimumloon te verdienen. Het Uwv heeft vervolgens de aanvraag om arbeidsondersteuning van appellante bij besluit van 4 september 2013 afgewezen, omdat zij niet aan de voorwaarden voor arbeidsondersteuning voldoet.
– kennelijk bij een inzage aangetroffen – stuk voor de beoordeling in deze zaak relevant is.
1 mei 2014 en van 24 april 2015 is voldoende overtuigend toegelicht dat appellante de geselecteerde functies kan vervullen met inachtneming van haar beperkingen.
BESLISSING
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van M.S.E.S. Umans als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2017.