Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 1 juli 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , te [woonplaats] , verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
een tijdelijke verlagingvan het maandelijkse terug te betalen bedrag inhield. Dit besluit is inmiddels ingehaald door de beslissing op bewaar van 22 oktober 2019. In die beslissing is het maandelijks terug te betalen bedrag vastgesteld op € 227,93. De rechtbank heeft vandaag in [naam] andere zaak (met zaaknummer BRE 19/5446 WIA) geoordeeld dat dit bedrag correct door het UWV is vastgesteld. [naam] zou dus niet geholpen zijn door een schorsing van het besluit van 25 juni 2019.
bij het UWVindienen en niet bij de rechtbank. In de uitspraak die de rechtbank vandaag in [naam] beroepszaak heeft gedaan, heeft de rechtbank meer uitgebreid uitgelegd welke stappen [naam] in zijn situatie zou kunnen ondernemen.
Beslissing
www.rechtspraak.nl.