ECLI:NL:CRVB:2017:3370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Procesbelang bij toekennen langdurigheidstoeslag zonder terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had een aanvraag voor langdurigheidstoeslag ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Boxtel had deze aanvraag afgewezen op basis van een wetswijziging die per 1 juli 2013 in werking trad. Deze wijziging maakte het niet langer mogelijk om een toeslag met terugwerkende kracht toe te kennen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college niet-ontvankelijk verklaard, omdat de appellant geen procesbelang zou hebben. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant wel degelijk procesbelang heeft, omdat de peildatum voor de toeslag op 2 december 2014 was vastgesteld, wat betekent dat hij zich pas op 2 december 2015 opnieuw kon melden voor een aanvraag. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar het college is wel veroordeeld in de proceskosten van de appellant. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de wetgeving omtrent langdurigheidstoeslagen en de informatieplicht van het college.