In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die de intrekking van haar bijstandsuitkering over de maand november 2013 en de oplegging van een boete wegens schending van de inlichtingenverplichting bevestigde. Appellante ontving sinds 1 augustus 2013 bijstand, maar heeft in november 2013 een levenslooptegoed ontvangen van € 3.742,87 netto, wat zij niet had gemeld. Het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal heeft daarop de bijstand herzien en een boete opgelegd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht het levenslooptegoed als inkomen heeft aangemerkt en dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de boete evenredig is, ondanks de omstandigheden die appellante heeft aangevoerd over haar financiële situatie. De Raad benadrukt dat de verplichting om relevante informatie te verstrekken aan het college op de bijstandsgerechtigde rust.