Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 18.594,85 is verleend, dat het verantwoorde bedrag van € 11.185,10 is goedgekeurd en dat een bedrag van € 298,07 vrij besteedbaar is.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door zijn moeder, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Zorgkantoor over de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor AWBZ-zorg in 2014. De Raad heeft vastgesteld dat in 2014 een lager bedrag aan AWBZ-zorg is besteed dan het verleende pgb. Er zijn geen problemen gebleken in de zorgverlening aan de appellant, en de Raad concludeert dat het hoger beroep geen procesbelang heeft. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt dat voor het aannemen van procesbelang niet alleen een principieel belang voldoende is, maar dat er ook daadwerkelijk een resultaat moet zijn dat voor de indiener betekenis heeft. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.