Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 1.016,-.
BESLISSING
AB
Centrale Raad van Beroep
Op 13 september 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/2162 WSF-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 29 maart 2017. In de eerdere uitspraak was de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten onrechte veroordeeld in de kosten van rechtsbijstand, terwijl appellanten zonder rechtsbijstand hadden geprocedeerd. De Raad heeft vastgesteld dat de minister in de kosten van rechtsbijstand voor een bedrag van € 990,- was veroordeeld, wat niet correct was. Wel zijn er reiskosten gemaakt door de appellanten voor het bijwonen van de zitting bij de rechtbank, die voor vergoeding in aanmerking komen.
De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, heeft de Raad besloten de uitspraak te rectificeren. De proceskosten worden nu begroot op € 1.016,-, bestaande uit € 13,- voor de reiskosten van de appellant, € 13,- voor de reiskosten van appellante 1, en € 990,- voor de rechtsbijstand in hoger beroep. De uitspraak van 29 maart 2017 wordt aangepast, zodat de minister nu in de proceskosten van appellanten wordt veroordeeld tot het totaalbedrag van € 1.016,-.
De rectificatie is gedaan door J. Brand, lid van de enkelvoudige kamer, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 13 september 2017. De uitspraak is ondertekend door J. Brand en griffier R.L. Rijnen.