ECLI:NL:CRVB:2017:3023
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- M.M. van der Kade
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in kinderbijslagzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op 1 september 2017 in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een procedure over kinderbijslag. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder de aanvraag van appellante om kinderbijslag afgewezen, omdat zij geen geldige verblijfsstatus had. Na een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie, heeft de Svb haar standpunt herzien en alsnog kinderbijslag toegekend aan appellante, die een Nederlands kind heeft. De Raad heeft de vraag beoordeeld of de redelijke termijn voor de procedure was overschreden. De Raad concludeert dat de redelijke termijn niet is overschreden, omdat de totale procedure minder dan vier jaar heeft geduurd, exclusief de tijd die gemoeid was met de prejudiciële beslissing. De Raad heeft ook de proceskostenvergoeding vastgesteld en de Svb veroordeeld tot betaling van de kosten van appellante. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep tegen het besluit van de Svb is gegrond verklaard.