ECLI:NL:CRVB:2017:2872
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling laten aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die van 19 oktober 2012 tot 8 november 2014 in Turkije verbleef, had na zijn terugkeer in Nederland op 2 december 2014 een aanvraag ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanvraag werd echter buiten behandeling gesteld door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, omdat appellant niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te laten op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant had niet gereageerd op verzoeken om aanvullende informatie en had niet alle benodigde gegevens verstrekt, zoals bankafschriften en een vertaalde detentieverklaring. De Raad oordeelde dat de keuze van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen niet in strijd was met de wet en dat appellant niet in zijn belangen was geschaad. De beroepsgronden van appellant, waaronder het argument dat de buitenbehandelingstelling in strijd was met het verbod op 'détournement de procédure', werden verworpen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.