Uitspraak
OVERWEGINGEN
1 september 2002 een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW).
1 december 2005 tot en met 16 februari 2009 inkomsten uit arbeid heeft genoten bij [naam werkgever] en vanaf 16 februari 2009 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ontvangt.
9 september 2016 een gewijzigde beslissing op bezwaar (bestreden besluit 2) genomen. Het Uwv heeft de boete beperkt tot de overtreding van de inlichtingenverplichting in de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 en is op grond van de geestelijke toestand van appellant tot de conclusie gekomen dat de overtreding van de inlichtingenverplichting in geringe mate verwijtbaar is. Gelet hierop en de financiële draagkracht van appellant moet de boete binnen drie maanden betaald kunnen worden. De boete is daarom nader vastgesteld op
€ 225,-.
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het besluit van 23 december 2013 gegrond en vernietigt dit
besluit, voor zover dit de boete betreft;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 september 2016 ongegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.980,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde
griffierecht van in totaal € 144,- vergoedt.