ECLI:NL:CRVB:2017:2716
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herziening bijstandsbesluit op basis van nieuwe feiten en omstandigheden
Op 8 augustus 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Appellant ontving sinds 17 april 2014 bijstand op basis van de Participatiewet. Het college beëindigde de bijstand per 1 maart 2015, omdat appellant niet op het opgegeven adres woonde. Appellant heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens verzocht appellant om herziening van het besluit, maar het college wees dit verzoek af, omdat er geen nieuwe feiten waren die herziening rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat de verklaring van mevrouw Ismaël Omar, die appellant als nieuw feit aanvoerde, niet als zodanig kan worden aangemerkt. De verklaring was een aanpassing van een eerdere verklaring en had eerder ingebracht kunnen worden. De Raad oordeelde dat de strikte uitleg van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in strijd is met het recht op een eerlijke procedure. De Raad bevestigde dat het college terecht geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft vastgesteld en dat het bestreden besluit niet evident onredelijk was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.