ECLI:NL:CRVB:2017:2690
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten voor persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten door het Zorgkantoor aan appellant, die een persoonsgebonden budget (pgb) ontving. Het Zorgkantoor had appellant een bedrag van € 19.008,91 aan voorschotten betaald, maar stelde later vast dat dit bedrag onverschuldigd was, omdat niet alle bestedingen aan AWBZ-zorg waren gedaan. Appellant had een pgb van € 20.617,79 ontvangen, maar het Zorgkantoor concludeerde dat slechts een deel van de bestedingen aan de voorwaarden voldeed.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die erop wijzen dat het Zorgkantoor niet in redelijkheid tot terugvordering had kunnen overgaan. De rechtbank had eerder de besluiten van het Zorgkantoor bevestigd, waarbij het Zorgkantoor de omvang van de bestedingen had vastgesteld en het pgb had verlaagd. De Raad oordeelde dat de activiteiten die appellant had opgevoerd niet voldeden aan de criteria voor AWBZ-zorg, zoals gedefinieerd in de relevante wetgeving.
De uitspraak bevestigt dat het Zorgkantoor bevoegd is om een pgb lager vast te stellen en onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen, mits dit in overeenstemming is met de wet en de belangen van de betrokken partijen in acht worden genomen. De Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.