ECLI:NL:CRVB:2017:2287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens verzwegen kinderalimentatie
In deze zaak heeft appellante, die vanaf 1 maart 2004 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân. Het college had de bijstand van appellante herzien en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd, omdat zij geen melding had gemaakt van de ontvangen kinderalimentatie in de periode van 14 oktober 2005 tot en met 31 oktober 2013. Appellante betwistte dat zij de inlichtingenverplichting had geschonden, omdat zij de beschikking van de rechtbank had ingeleverd en meende dat het college op de hoogte moest zijn van de alimentatie. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het college niet automatisch op de hoogte was van de feitelijke ontvangst van de alimentatie en dat appellante zelf verantwoordelijk was voor het melden van deze informatie. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering van de bijstand terecht was.