Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van het Zorgkantoor met betrekking tot de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) aan appellant, geboren in 1994. Appellant was geïndiceerd voor een Zorgzwaartepakket VG03 en had een pgb ontvangen voor zorg onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het Zorgkantoor had echter kosten voor zorg verleend door zorgverleners [A] en [B] afgekeurd, omdat deze zorg niet onder de AWBZ viel. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Zorgkantoor verklaarde dit bezwaar ongegrond.
De rechtbank Noord-Holland had het beroep van appellant tegen het besluit van het Zorgkantoor ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat het Zorgkantoor ten onrechte geen heroverweging had gemaakt van het eerdere besluit van 12 september 2014. De Raad heeft vastgesteld dat de door [A] en [B] verleende zorg niet kon worden aangemerkt als AWBZ-zorg, en dat appellant niet had voldaan aan de verplichtingen van de Rsa. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, wat betekent dat de eerdere beslissing van het Zorgkantoor om het pgb lager vast te stellen, geldig blijft. Tevens is het Zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan appellant.