Uitspraak
OVERWEGINGEN
i. Het feit dat de Tijdelijke regeling overgangsbeleid bij het beëindigen van het privégebruik dienstauto politie van 23 december 2014 (Tijdelijke regeling) niet op de voorgeschreven wijze is gepubliceerd betekent niet dat de korpschef zich niet hierop kan beroepen, omdat de Tijdelijke regeling moet worden aangemerkt als vaste gedragslijn die door de korpschef evenzeer consistent moet worden toegepast.
iv. Het Dienstautobeleid politie van 17 juni 2014 en de Tijdelijke regeling zijn in overleg met het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP) tot stand gekomen en bevat een aanspraak op een tijdelijke financiële compensatie. Voorts is al sinds december 2012 gecommuniceerd over het beëindigen van het privégebruik van dienstauto’s. Appellant heeft derhalve voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden en toepassing van de Tijdelijke regeling is ook in zijn geval redelijk.
vi. Er is geen grond voor afwijking van de Tijdelijke regeling dan wel toepassing van de hardheidsclausule.