ECLI:NL:CRVB:2017:2036
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing hernieuwd verzoek om aanspraken op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR)
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant, geboren in 1935 in het voormalig Nederlands-Indië, en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant had in maart 2006 een verzoek ingediend om toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). Bij besluit van 1 oktober 2007 zijn zijn psychische klachten erkend als oorlogsletsel, maar werd hij niet in aanmerking gebracht voor een periodieke uitkering, omdat het oorlogsletsel niet had geleid tot arbeidsongeschiktheid. Appellant heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen dit besluit.
In februari 2015 diende appellant opnieuw een verzoek in, dat door verweerder werd afgewezen bij besluit van 27 juli 2015. Verweerder stelde dat bij de eerdere aanvraag al was vastgesteld dat appellant vóór zijn 70ste jaar geen causale invaliditeit had. Aangezien appellant inmiddels de leeftijd van 70 jaar had bereikt, kon er geen wijziging meer zijn opgetreden in zijn arbeidsongeschiktheid vóór deze leeftijd.
De Raad oordeelde dat het niet onjuist of onredelijk was om geen uitkering toe te kennen als de invaliditeit na het bereiken van de 70-jarige leeftijd was ontstaan. De Raad bevestigde dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek naar de gestelde toename van de arbeidsongeschiktheid, omdat bij eerdere besluiten al was vastgesteld dat appellant vóór zijn 70ste jaar geen causale invaliditeit had. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep handhaafde het bestreden besluit.