ECLI:NL:CRVB:2017:2019
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verhuiskostenvergoeding op basis van Wmo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante had een verzoek ingediend om een verhuiskostenvergoeding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) na haar verhuizing van een seniorenwoning naar een andere woning. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had dit verzoek afgewezen, wat door de rechtbank werd bevestigd. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het huisbezoek dat door een Wmo-adviseur was uitgevoerd. De Raad concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat haar verhuizing noodzakelijk was vanwege psychische of psychosociale problemen, ondanks haar verwijzing naar processen-verbaal van aangifte tegen haar buurman. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en bevestigde de afwijzing van het verzoek om verhuiskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.M. van Male als voorzitter en A.J. Schaap en D.S. de Vries als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 juni 2017.