ECLI:NL:CRVB:2017:1990
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag scootmobiel op basis van medische adviezen en onafhankelijk deskundigenonderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had een aanvraag ingediend voor een scootmobiel op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), welke aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam was afgewezen. Het college stelde dat er geen medische onderbouwing was voor de beperkingen van appellant bij het verplaatsen en dat hij in staat was om gebruik te maken van regulier openbaar vervoer, een fiets, brommer of scooter. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant zijn standpunt herhaald dat hij door pijnklachten aan de rug en rechterarm aangewezen is op een scootmobiel. Ter onderbouwing heeft hij medische informatie overgelegd, maar het college handhaafde zijn standpunt. De Raad heeft vervolgens een onafhankelijk deskundige, drs. W.C.G. Blanken, ingeschakeld om de medische situatie van appellant te onderzoeken. Blanken concludeerde dat appellant geen afwijkingen vertoonde die het gebruik van een scootmobiel noodzakelijk maakten en dat hij in staat was om gebruik te maken van andere vervoersmiddelen.
De Raad heeft het rapport van de deskundige als overtuigend en zorgvuldig beoordeeld en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van onafhankelijke deskundigenrapporten in bestuursrechtelijke procedures.