ECLI:NL:CRVB:2017:1968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenplicht door niet melden van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en huur van bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de bijstandsverlening aan appellante. Appellante ontving sinds 24 augustus 2011 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). In 2013 heeft zij zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en een bedrijfspand gehuurd, maar deze activiteiten heeft zij niet gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van Enschede. Het college heeft, na een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, besloten de bijstand van appellante met terugwerkende kracht in te trekken, omdat zij de inlichtingenplicht had geschonden. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij de inlichtingenplicht niet heeft geschonden, omdat zij dacht dat de inschrijving bij de KvK en de huur van het bedrijfspand enkel relevant waren voor de aanvraag van een Bbz-uitkering. De Raad oordeelt echter dat appellante, gezien de aard van haar activiteiten, deze informatie wel degelijk had moeten melden. De Raad stelt vast dat de inschrijving bij de KvK en de huur van het bedrijfspand onmiskenbaar ondernemersactiviteiten zijn en dat appellante hiermee de op haar rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden.
De Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken. De Raad wijst erop dat het aan appellante is om aan te tonen dat zij recht heeft op bijstand, wat zij niet heeft gedaan. De Raad vernietigt echter de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de terugvordering van de bijstand, omdat dit niet in het bestreden besluit was opgenomen. De Raad veroordeelt het college in de proceskosten van appellante en bepaalt dat het college het griffierecht vergoedt.