ECLI:NL:CRVB:2017:1963
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van onjuiste opgave van inkomsten en privacykwesties bij waarnemingen
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 1998 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Druten heeft besloten de bijstand in te trekken en terug te vorderen, omdat uit onderzoek bleek dat appellant meer had gewerkt dan hij had opgegeven. Dit onderzoek omvatte zowel dossieronderzoek als waarnemingen, waarbij gebruik werd gemaakt van een cameravoertuig. De Raad voor de Rechtspraak heeft geoordeeld dat de waarnemingen met het cameravoertuig een inbreuk op de privacy van appellant vormden, en dat deze inbreuk niet voldoende wettelijk was onderbouwd. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellanten ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat de waarnemingen onrechtmatig verkregen bewijs opleverden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en oordeelde dat de fysieke waarnemingen wel als bewijs konden worden gebruikt. De Raad concludeerde dat de verklaringen van appellant en de eigenaar van het restaurant waar hij werkte, voldoende basis boden voor de conclusie dat appellant meer had gewerkt dan hij had opgegeven, wat leidde tot de intrekking van de bijstand.