ECLI:NL:CRVB:2017:1916
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening op basis van de Wet werk en bijstand met betrekking tot verblijf in een inrichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel met betrekking tot de toekenning van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 mei 2017 uitspraak gedaan. De appellant, die in een woning van de Regionale Instelling voor Begeleiding bij Wonen, werken en welzijn (RIBW) verbleef, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo, dat zijn aanvraag om bijstand had afgewezen. De Raad had eerder op 12 april 2016 een tussenuitspraak gedaan, waarin werd geoordeeld dat het college nader onderzoek moest doen naar de feitelijke invulling van de begeleiding en hulpverlening aan de appellant door de RIBW. Het college had op 1 juni 2016 een nieuw besluit genomen, maar de appellant had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn zienswijze over dit besluit naar voren te brengen.
Tijdens de zitting op 10 april 2017 was de appellant niet verschenen, maar het college werd vertegenwoordigd door J. ten Cate. De Raad heeft vastgesteld dat het college onvoldoende gegevens had om te oordelen over de beschikbaarheid van hulpverlening en begeleiding voor de appellant. Het college had niet kunnen volstaan met het telefonisch inwinnen van informatie bij de RIBW en had de AWBZ-indicatie niet kunnen verifiëren. De Raad heeft het college opgedragen het geconstateerde gebrek te herstellen door een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
In het nader besluit heeft het college de bezwaren van de appellant opnieuw ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelde dat het college niet volledig tegemoet was gekomen aan de bezwaren van de appellant. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd en het beroep tegen het nader besluit ongegrond verklaard. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 1.980,-.