ECLI:NL:CRVB:2016:1366
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.F. Bandringa
- A.M. Overbeeke
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de vraag of appellant verblijft in een inrichting volgens de Wet werk en bijstand
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2016, in de zaak 14/3913 WWB-T, wordt de vraag behandeld of appellant verblijft in een inrichting zoals gedefinieerd in de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant had bijstand aangevraagd en het college van burgemeester en wethouders van Hengelo had deze bijstand toegekend, maar met de norm voor een alleenstaande die in een inrichting verblijft. Appellant betwistte deze kwalificatie en stelde dat hij zelfstandig woont zonder fysieke hulpverlening in zijn woning. De Raad oordeelt dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de feitelijke invulling van de begeleiding en hulpverlening aan appellant door de instelling waar hij verblijft. De Raad concludeert dat de rechtbank niet zonder meer kon oordelen dat de woning van appellant terecht als een inrichting is aangemerkt. De Raad draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het gebrek in de eerdere besluitvorming hersteld moet worden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en de noodzaak van adequaat onderzoek door het college.