ECLI:NL:CRVB:2017:1749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schending van ambtsgeheim en plichtsverzuim door politieambtenaar met betrekking tot vertrouwelijke informatie
Op 11 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van de korpschef van politie tegen een politieambtenaar, die beschuldigd werd van schending van het ambtsgeheim en plichtsverzuim. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat de ambtenaar vertrouwelijke informatie aan derden had verstrekt. De Raad bevestigde dat de ambtenaar inderdaad zijn ambtsgeheim had geschonden, maar oordeelde dat de opgelegde disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet evenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim. De Raad stelde vast dat de ambtenaar in zijn lange loopbaan bij de politie nooit eerder in de fout was gegaan en dat er geen bewijs was dat hij handelde vanuit een ander motief dan het uitvoeren van zijn politietaak. De Raad oordeelde dat de bij het nadere besluit opgelegde disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van twee jaar meer recht deed aan de omstandigheden van het geval. De proeftijd was inmiddels verstreken, waardoor de Raad het beroep van de ambtenaar tegen het nadere besluit gegrond verklaarde voor zover het ging om de schorsing, en het nadere besluit in dat opzicht vernietigde. De Raad veroordeelde de korpschef in de proceskosten van de ambtenaar tot een bedrag van € 1.237,50.