Op 11 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de beoordeling van een politieambtenaar, betrokkene, en de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar de functie van senior GGP. De rechtbank Rotterdam had eerder een gedeeltelijke vernietiging van de besluiten van de korpschef van politie uitgesproken. De Raad oordeelde dat de toelichting op de score van de competentie 'organiseren van het werk' voldoende was, maar niet leidde tot de conclusie dat betrokkene op dit punt uitstekend functioneerde. Het hoger beroep van betrokkene werd verworpen, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarde van een beoordeling 'boven de norm' voor bevordering, die was vastgesteld op 80% van de competenties met de score uitstekend. Het hoger beroep van de korpschef slaagde, en de Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. De besluiten van 30 maart 2016 en 18 juli 2016 werden ook vernietigd, omdat de grondslag aan deze besluiten was komen te vervallen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.