ECLI:NL:CRVB:2017:1720
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om kwijtschelding studieschuld
In deze zaak gaat het om een verzoek van appellant om kwijtschelding van zijn studieschuld, die is ontstaan door het ontvangen van studiefinanciering in het verleden. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het verzoek afgewezen, omdat de situatie van appellant niet valt onder de in het beleid omschreven situaties voor kwijtschelding. De rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat de minister ten onrechte zijn verzoek heeft afgewezen, en heeft aangevoerd dat hij in een moeilijke financiële situatie verkeert door een zwervend bestaan en medische problemen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat appellant niet in aanmerking komt voor kwijtschelding volgens het beleid. De Raad heeft vastgesteld dat de Wsf 2000 alleen kwijtschelding voorziet bij het einde van de aflosfase of bij overlijden van de debiteur. De minister heeft het beleid, dat ook kwijtschelding kan verlenen in bijzondere situaties, niet onredelijk geacht. Appellant heeft geen medische gegevens overgelegd die zijn situatie onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.