ECLI:NL:CRVB:2017:1681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van onvoldoende financiële informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had op 5 maart 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk heeft deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant niet alle gevraagde financiële gegevens had verstrekt, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Appellant had verklaard dat hij zijn zelfstandige bedrijfsactiviteiten medio september 2012 had beëindigd, maar kon geen afschriften van zijn bankrekeningen overleggen en had onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellant beoordeeld, waaronder de stelling dat het college over een te lange periode gegevens had opgevraagd. De Raad oordeelde dat het college gerechtigd was om gegevens over een langere periode op te vragen, gezien de omstandigheden van de zaak. Appellant had onvoldoende bewijs geleverd om zijn financiële situatie te onderbouwen, en de Raad bevestigde de afwijzing van de aanvraag om bijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van volledige en objectieve financiële informatie bij aanvragen om bijstand. De Raad concludeerde dat appellant niet in bewijsnood verkeerde en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.