Uitspraak
1 september 2015, 15/2450 (aangevallen uitspraak)
mr. F.A. Put.
OVERWEGINGEN
19 augustus 2015 geconcludeerd dat de aangepaste FML niet leidt tot een andere mate van arbeidsongeschiktheid.
11 november 2014 is gestaakt, maar dat er nog wel pijnklachten zijn. De brief van 3 juni 2015 bevat een ingevulde vragenlijst van de klachten van appellant, maar de klachten als zodanig kunnen niet leiden tot het opnemen van beperkingen in de FML. Los daarvan biedt ook de inhoud van die brief geen aanleiding om aan te nemen dat de beperkingen van appellant met de FML van 18 augustus 2015 zijn onderschat. Hetzelfde geldt voor de in hoger beroep overgelegde brief van de orthopeed De Jong. Die concludeert dat er sprake is van degeneratieve afwijkingen, en dat er geen therapeutische opties meer zijn. Die bevindingen corresponderen met die van de verzekeringsartsen van het Uwv. De stelling van appellant dat de verzekeringsartsen van het Uwv de fysiotherapeut hadden moeten benaderen wordt niet onderschreven. Niet gebleken is dat daarom in de bezwaarfase is verzocht. Bovendien beschikte de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de brief van de fysiotherapeut van
5 februari 2013, en is de inhoud daarvan ook meegewogen zoals blijkt uit het rapport van
5 maart 2015.
BESLISSING
F.M.S. Requisizione als leden, in tegenwoordigheid van B. Dogan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2017.