ECLI:NL:CRVB:2017:1409
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op ziekengeld en arbeidsongeschiktheid na beëindiging dienstverband
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, die jarenlang als leerkracht bij de belanghebbende heeft gewerkt, heeft zich ziek gemeld in 2014 en stelt recht te hebben op ziekengeld. Het Uwv heeft echter vastgesteld dat appellant per 19 januari 2015 arbeidsgeschikt was en geen recht had op ziekengeld na beëindiging van zijn dienstverband op 19 februari 2015. De rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de beschikbare gegevens voldoende basis vormden voor het besluit. In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat hij niet in staat was om zijn werk te verrichten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de beperkingen van appellant niet heeft onderschat. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om een deskundige te benoemen en wijst het verzoek om schadevergoeding af.