ECLI:NL:CRVB:2017:1403
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een ZW-uitkering na zwangerschap en bevalling, beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Ziektewet (ZW) uitkering aan betrokkene, die als dierenartsassistente werkzaam was bij appellante. Betrokkene had eerder een uitkering op grond van de Ziektewet ontvangen in verband met ongeschiktheid voor haar arbeid door zwangerschap. Na haar Wazo-verlof heeft zij haar werkzaamheden hervat, maar zich later ziek gemeld met bekken- en rugklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat betrokkene niet in aanmerking kwam voor een ZW-uitkering, omdat er geen sprake zou zijn van arbeidsongeschiktheid aansluitend aan de Wazo-periode.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep betoogd dat betrokkene niet in staat was haar werk te hervatten en heeft verwezen naar een rapport van een verzekeringsarts. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen van het Uwv. Er was geen medisch objectiveerbare informatie die aantoont dat betrokkene per 23 oktober 2014 ongeschikt was voor haar arbeid. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.