ECLI:NL:CRVB:2017:1395
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid voor de functie van parkeercontroleur na ZW-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv, waarbij zijn recht op ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW) werd beëindigd. Appellant, die als brandwacht werkte, meldde zich ziek na een bedrijfsongeval in 2013. Na een eerstejaars ZW-beoordeling werd hij door een verzekeringsarts belastbaar geacht, en het Uwv concludeerde dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. Appellant was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat zijn lichamelijke en psychische beperkingen niet goed waren ingeschat, met name met betrekking tot de functie van parkeercontroleur. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de medische beoordelingen van het Uwv bevestigd. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige de belastbaarheid van appellant correct hadden ingeschat en dat er geen reden was om aan de geschiktheid voor de functie van parkeercontroleur te twijfelen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.