Uitspraak
OVERWEGINGEN
brp-adres woonde, valt redelijkerwijs te verwachten dat zich op dat adres meer tot betrokkene te herleiden zaken zouden bevinden, waaruit kan worden afgeleid dat zij daar woont. De verklaring die de hoofdbewoonster tegenover de controleurs heeft afgelegd, dat er verder geen kleding en spullen van betrokkene op het brp-adres liggen, omdat betrokkene iedere dag vrijwel al haar kleding, schoolspullen en andere spullen meeneemt, is ongeloofwaardig. De verklaringen die betrokkene in hoger beroep heeft overgelegd – onder meer de verklaring van de arts van haar moeder – geven geen aanleiding voor twijfel aan het standpunt van appellant dat betrokkene niet op het brp-adres woonde, reeds omdat uit deze verklaringen niet kan worden opgemaakt op welk adres betrokkene woonde.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.