Uitspraak
CIZ
OVERWEGINGEN
S. Bijl van 17 januari 2014 en 13 juni 2014, behandelend psychiater dr. D.J. Vinkers van 9 oktober 2013 en 17 januari 2014 en de neuroloog dr. B. Kuijper van 22 november 2013. De medisch adviseur van CIZ heeft vastgesteld dat appellante op somatisch vlak (rest)klachten ondervindt als gevolg van een beroerte. Zij is bekend met enig krachtsverlies van de linker lichaamshelft (linkerarm) en zij is bekend met een frozen shoulder. Er zijn lichte beperkingen op het gebied van persoonlijke verzorging, waardoor appellante niet in staat is haar steunkousen zelfstandig of met gebruik van een hulpmiddel aan te trekken. Appellante zal daarom voor haar persoonlijke verzorging in zoverre afhankelijk blijven van de hulp van derden. Voor het overige kunnen fysiotherapie en ergotherapie leiden tot vermindering van de klachten. Gelet op de informatie van de diabetesverpleegkundige kunnen geen beperkingen worden geobjectiveerd voor het spuiten van insuline en is verwijzing naar de diabetesverpleegkundige voorliggend om te kijken hoe de door appellante ervaren beperkingen opgelost kunnen worden. Op het vlak van het psychisch functioneren en de sociale redzaamheid is uit oriënterend onderzoek gebleken dat sprake is van lichte cognitieve beperkingen. Volgens de specialist ouderengeneeskunde maakt appellante een wat matte niet direct depressieve indruk. De bevindingen van de neuroloog zijn congruent met die van de specialist ouderengeneeskunde. Er zijn bijkomende psychosociale factoren die bijdragen aan de door appellante ervaren beperkingen. De beperkingen bij het psychisch functioneren en de sociale redzaamheid zijn licht van aard. De door de psychiater genoemde ernstige beperkingen in de sociale redzaamheid worden niet ondersteund door de gegevens van de huisarts, de neuroloog en de specialist ouderengeneeskunde.