ECLI:NL:CRVB:2017:109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake periodieke verhoging salarisschaal politieambtenaar in het kader van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar tegen een besluit van de korpschef van politie met betrekking tot haar inschaling in salarisschaal 7. De appellante, werkzaam in de voormalige politieregio, was bevorderd naar de functie van Generalist met een hogere salarisschaal, maar kreeg geen periodieke verhoging toegewezen. De korpschef stelde dat de hogere inschaling niet leidde tot een periodieke verhoging omdat deze was gebaseerd op de overgang naar het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) en niet op een bevordering. De rechtbank Midden-Nederland had het beroep van de appellante ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde anders. De Raad concludeerde dat de appellante recht had op een periodieke verhoging op basis van artikel 10 van het Besluit bezoldiging politie (Bbp). De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het bestreden besluit, en kende de appellante een periodieke verhoging toe in trede 3 van salarisschaal 7, met terugwerkende kracht tot 31 december 2011. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de appellante.