ECLI:NL:CRVB:2016:923
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning ouderdomspensioen AOW met korting op partnertoeslag wegens niet verzekerde jaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) aan een appellant die in Polen woont. De appellant, geboren in 1948, heeft in 2013 een aanvraag ingediend voor een ouderdomspensioen, vermeerderd met een partnertoeslag. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag gehonoreerd, maar met een korting van 80% op de partnertoeslag vanwege veertig niet verzekerde jaren. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Svb heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat de Svb hem ten minste gedeeltelijk als ongehuwde moet aanmerken, omdat hij tot medio 1991 als ongehuwde premies volksverzekeringen heeft betaald. Hij heeft ook betoogd dat de wettelijke regels van de Svb in strijd zijn met het verbod op discriminatie op grond van nationale afkomst, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad heeft echter geoordeeld dat de door de Svb toegepaste regels dwingendrechtelijk zijn en dat de leefsituatie van de appellant op het moment van toekenning bepalend is voor de hoogte van het pensioen. De Raad heeft de argumenten van de appellant verworpen en bevestigd dat er geen sprake is van discriminatie.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.