ECLI:NL:CRVB:2016:911
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante ontving bijstand sinds 8 januari 2013, maar na een controle door de gemeente Vaals op haar uitkeringsadres, waarbij onregelmatigheden werden geconstateerd, heeft het college van burgemeester en wethouders van Vaals haar bijstand opgeschort. Appellante heeft niet voldaan aan de verzoeken om informatie, wat leidde tot de intrekking van haar bijstand per 26 september 2013. Het college heeft de intrekking van de bijstand in een later besluit bevestigd, omdat appellante de gevraagde gegevens niet had overgelegd en daarmee haar inlichtingenverplichting had geschonden.
De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de periode waarin de bijstand is ingetrokken en de redenen daarvoor. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet de benodigde informatie heeft verstrekt, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft ook overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van appellante, zoals haar multiproblematiek, niet relevant zijn voor de beoordeling van de schending van de inlichtingenverplichting.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep van appellante afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geconcludeerd dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.