Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een politieambtenaar tegen een beslissing van de korpschef van politie met betrekking tot zijn functioneren. De appellant, die sinds 2007 werkzaam is als politieambtenaar, had een verzoek ingediend om door te stromen naar een seniorfunctie in de gebiedsgebonden politie. De beoordeling van zijn functioneren over de periode van 26 juli 2011 tot en met 31 december 2012 resulteerde in een eindscore van 3 (voldoende), maar de potentieelbeoordeling concludeerde dat hij 'niet geschikt' was voor de HAP II-regeling. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigde dit besluit, waarna de korpschef een nieuw besluit nam waarin de score voor de competentie 'klantgerichtheid' werd aangepast naar 4.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het beroep tegen het nader besluit ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de beoordeling van de appellant op verschillende onderdelen voldoende gemotiveerd was en dat de scores die aan hem waren toegekend, konden worden gedragen door de gegeven toelichtingen. De Raad benadrukte dat de toetsing van de inhoud van een beoordeling beperkt is tot de vraag of deze op onvoldoende gronden berust. In dit geval was er geen sprake van negatieve oordelen, en de appellant had de bewijslast om aan te tonen dat de scores op onvoldoende gronden berustten.
De Raad concludeerde dat de gegeven toelichtingen bij de beoordeling de scores konden dragen en dat de appellant niet kon worden gevolgd in zijn betoog dat de score op het subonderdeel 'ondersteuning voetbalcoördinator' onhoudbaar was. De uiteindelijke beslissing van de Raad was dat het hoger beroep niet slaagde en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.