ECLI:NL:CRVB:2016:61
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- M. ter Brugge
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstandsuitkering wegens verzuim van appellant
In deze zaak gaat het om de opschorting en intrekking van de bijstandsuitkering van appellant op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving sinds december 2008 bijstand, maar verzuimde om op een uitnodiging van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam te verschijnen voor een gesprek op 23 april 2014. Het college had appellant uitgenodigd om gegevens te verstrekken die van belang waren voor de beoordeling van zijn recht op bijstand. Omdat appellant niet verscheen en niet alle gevraagde gegevens tijdig overlegde, heeft het college zijn recht op bijstand met ingang van 23 april 2014 opgeschort en later ingetrokken.
De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard. Appellant ging in hoger beroep en stelde dat hem geen verwijt kon worden gemaakt, omdat hij niet duidelijk was geïnformeerd over de vereiste gegevens. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat appellant wel degelijk had moeten begrijpen dat hij de gevraagde stukken mee moest nemen naar het gesprek. De Raad concludeerde dat appellant niet tijdig de gevraagde medewerking had verleend en dat het college bevoegd was om de bijstand op te schorten en in te trekken. De hoger beroepen van appellant werden dan ook afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank werden bevestigd.