ECLI:NL:CRVB:2016:540
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake beëindiging WIA-uitkering en toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellante, die sinds 2007 met psychische klachten en een huidaandoening uitgevallen is, hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om haar WIA-uitkering per 4 augustus 2012 te beëindigen. Appellante heeft meerdere meldingen gedaan van toegenomen arbeidsongeschiktheid, maar het Uwv heeft deze meldingen afgewezen op basis van de beschikbare medische gegevens. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er geen nieuwe medische feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om het eerdere besluit van het Uwv te herzien. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad concludeert dat de belastbaarheid van appellante sinds 29 juni 2011 niet is gewijzigd en dat er geen reden is om terug te komen op het besluit van 21 juli 2011. De Raad wijst ook het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente af, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.