ECLI:NL:CRVB:2016:5145
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak
Op 30 november 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/5397 WLZ-PV. De voorzieningenrechter, R.M. van Male, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, gevestigd te Genemuiden, had verzocht om een spoeduitspraak op principiële geschilpunten in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de wens om snel een uitspraak te krijgen geen grond vormt voor het aannemen van een spoedeisend belang. De Raad benadrukte dat de mogelijkheid om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen tijdens een hoger beroep niet bedoeld is om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen of voorrang te geven op andere zaken. Dit is in lijn met de vaste rechtspraak van de Raad, zoals eerder vastgesteld in ECLI:NL:CRVB:2015:1332. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor bepalingen omtrent proceskosten en griffierecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en vastgelegd in een proces-verbaal.