ECLI:NL:CRVB:2016:5108
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens verzwegen vermogen en hypothecaire lening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de bijstandsverlening aan appellanten is ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand zijn teruggevorderd. Appellanten ontvingen van 17 juli 2007 tot en met 30 juni 2011 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Tijdens de aanvraag om IOAW bleek dat appellant in 2007 een stuk grond had gekocht voor € 197.500,- en hiervoor een hypothecaire lening van € 220.000,- had afgesloten. Het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst heeft de bijstand ingetrokken, omdat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden door de aankoop van de grond en de lening niet te melden. De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten ongegrond.
In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat zij feitelijk niet konden beschikken over het vermogen in de vorm van de grond, omdat zij deze niet konden verkopen of verhuren. De Raad overweegt dat appellanten wel degelijk de beschikking hadden over de grond en dat de omstandigheid dat zij deze niet konden verkopen niet relevant is voor de beoordeling van hun vermogen. Daarnaast is het niet aannemelijk dat de hypothecaire lening een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting met zich meebracht, aangezien er geen aflossingen zijn gedaan en de lening afhankelijk was van toekomstige gebeurtenissen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.