Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 26 mei 2014 ongegrond;
- vernietigt het besluit van 24 december 2014;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had geoordeeld dat de minister het bezwaar van betrokkene ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. De zaak betreft de studiefinanciering van betrokkene, die een vierjarige hbo-opleiding volgde. De minister had eerder studiefinanciering toegekend, maar later een OV-schuld vastgesteld en het bezwaar van betrokkene tegen deze besluiten niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Betrokkene stelde dat hij de besluiten niet had ontvangen.
De Centrale Raad oordeelde dat de minister voldoende had aangetoond dat de besluiten waren verzonden naar het juiste adres. De Raad benadrukte dat het bestuursorgaan in eerste instantie kan volstaan met het aannemelijk maken van verzending, en dat het aan de geadresseerde is om dit vermoeden te ontzenuwen. Aangezien betrokkene enkel ontkende de besluiten te hebben ontvangen, concludeerde de Raad dat betrokkene de besluiten per post had ontvangen. Hierdoor was het bezwaar van betrokkene te laat ingediend en was er geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, het beroep tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard, en het nadere besluit van 24 december 2014 werd vernietigd omdat de grondslag aan dit besluit was ontvallen. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.M. van Male als voorzitter.