ECLI:NL:CRVB:2016:4806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de boete opgelegd aan appellant wegens schending van de inlichtingenplicht op basis van anonieme tip
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die een uitkering ontving op basis van de IOAW, was niet verschenen op een gesprek dat was uitgenodigd door de gemeente Katwijk. Dit gesprek was bedoeld om de rechtmatigheid van zijn uitkering te onderzoeken naar aanleiding van een anonieme tip. De gemeente had appellant een boete opgelegd van € 150,- voor het niet verschijnen, wat later door de rechtbank werd verlaagd naar € 75,-. De rechtbank oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat appellant zijn inlichtingenplicht had geschonden door niet op het gesprek te verschijnen zonder tijdige afmelding.
Appellant ging in hoger beroep en voerde aan dat de uitnodiging voor het gesprek onterecht was, omdat er onvoldoende grond was voor het onderzoek. De Raad oordeelde echter dat de gemeente op basis van de IOAW bevoegd was om onderzoek te doen naar de juistheid van de verstrekte gegevens. De anonieme tip bood voldoende aanleiding voor de uitnodiging. Appellant stelde ook dat hij zich tijdig had afgemeld, maar de Raad oordeelde dat hij dit niet aannemelijk had gemaakt. De rechtbank had terecht de boete vastgesteld op € 75,- na vernietiging van het eerdere besluit van de gemeente. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellant om schadevergoeding af.