ECLI:NL:CRVB:2016:4757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening AIO-aanvulling in verband met niet gemelde, ontvangen afkoopsom opgebouwd pensioen
In deze zaak gaat het om de herziening van de AIO-aanvulling van appellanten, die geen volledig ouderdomspensioen ontvangen vanwege jaren buiten Nederland. Appellante ontving in 2009 een netto afkoopbedrag van € 4.415,51 van het ABP voor haar opgebouwde pensioen. In 2013 dienden appellanten een aanvraag in voor AIO-aanvulling, die door de Sociale verzekeringsbank (Svb) werd toegekend. Echter, de Svb herzag deze AIO-aanvulling in 2013, omdat appellanten de ontvangst van de afkoopsom niet hadden gemeld. De Svb besloot dat het inkomen uit de afkoopsom per maand in aftrek zou worden gebracht op de AIO-aanvulling. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afkoopsom als inkomen moet worden gezien en niet als vermogen. De Raad stelt vast dat de afkoopsom geacht moet worden bestemd te zijn voor de periode na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De beroepsgronden van appellanten, dat de afkoopsom als vermogen moet worden aangemerkt, worden verworpen. De Raad bevestigt dat de Svb de afkoopsom correct heeft herleid tot een maandinkomen, rekening houdend met de gemiddelde levensverwachting. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.