ECLI:NL:CRVB:2016:4744
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die zich richtte op de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving sinds 2 juli 2012 bijstand, maar heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden door niet op uitnodigingen voor gesprekken te verschijnen en geen relevante gegevens te verstrekken. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft daarop het recht op bijstand opgeschort en later beëindigd, en heeft een boete opgelegd wegens deze schending.
De rechtbank heeft in haar uitspraak het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen de terugvordering ongegrond verklaard, maar het beroep tegen de boete gegrond verklaard en deze verlaagd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij de uitnodigingen niet heeft ontvangen en dat de termijnoverschrijding voor bezwaar verschoonbaar is. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college aan zijn bekendmakingsverplichting heeft voldaan door de besluiten naar het laatst bekende adres van appellant te verzenden. De Raad heeft vastgesteld dat er geen sprake is van grove schuld en heeft de boete verlaagd naar € 520,-.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de boete in verhouding moet staan tot de verwijtbaarheid van appellant, die in dit geval als 'normaal' wordt gekwalificeerd. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellant en heeft bepaald dat het college het griffierecht vergoedt.