ECLI:NL:CRVB:2016:45
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maatregel bijstandsverlaging na weigering van visitatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delft, waarbij zijn bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) met 100% werd verlaagd na twee incidenten waarbij hij zich niet aan de huisregels van PostNL hield. Appellant ontving bijstand en had een werkervaringsplek bij PostNL, waar hij zich op 9 augustus 2013 en 14 augustus 2013 niet conformeerde aan de regels omtrent visitatie. Na het eerste incident, waarbij hij het gebouw verliet zonder toestemming, kreeg hij een tweede kans. Echter, na het tweede incident, waarbij hij weigerde mee te werken aan een visitatie, besloot het college zijn bijstandsuitkering te verlagen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant gegrond, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat het college ook het tweede incident als voldoende grondslag voor de maatregel had kunnen aanmerken. In hoger beroep stelde de Raad dat het gedrag van appellant tijdens het tweede incident disproportioneel was, maar dat er wel sprake was van verminderde verwijtbaarheid. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak voor zover deze was aangevochten en herzag de maatregel tot een verlaging van 50% gedurende één maand, met veroordeling van het college in de proceskosten van appellant.